In dit blog lees je een uitgewerkt lesidee over de verschijningsvormen van de maan.
Doelgroep: milepost 1, groep 3/4
Doelen: Ik ken de verschijningsvormen van de maan en kan die in de juiste volgorde zetten. Ik weet twee verschillen tussen een ster en de maan. Ik kan geografische termen gebruiken.
Bedenk eerst samen wat je ’s nachts allemaal aan de hemel ziet. Als het goed is komen in elk geval maan en sterren voorbij. Inventariseer vervolgens de verschillen en overeenkomsten tussen de maan en sterren. In de PowerPoint (zie hieronder) staan een aantal belangrijke genoemd.
Vervolgens is de vraag: hoe komt het dat de maan er telkens anders uitziet? Inventariseer de ideeën. Daarna volgt een uitleg met visuele ondersteuning. Dia 11, 12 en 13 zijn nagenoeg hetzelfde, maar de benamingen van de verschillende maanfasen zijn anders. Je kunt zelf beslissen welke dia je wilt gebruiken en welke kennis er bij de klas past.
Tussendoor komen er een aantal ‘wist je dat…’ voorbij, met interessante feitjes.
Als verwerking plakken de kinderen de verschillende maanfasen in de goede volgorde (drie leerlingen per knipblad) en schrijven zij de bijbehorende begrippen erbij. Je kunt hier weer zelf kiezen of je halve maan of eerste/laatste kwartier laat gebruiken. De goede maan op de goede plek is best een uitdaging. Je kunt dit zelfstandig laten overnemen van het bord of gezamenlijk bij elke plek nadenken hoe de maan er dan uitziet en opplakken.
Zowel de PowerPoint als het werkblad komen oorspronkelijk van de website van Twinkl. Ik heb deze vertaald naar het Nederlands en aangepast aan mijn lesinhoud. Beide bestanden zijn gedeeld met expliciete toestemming van Twinkl.